West-Canada 2008

Dag 16: Banff - Golden

Afgelegd aantal km: 229 Gereden door: Lidwine
Gemiddelde temperatuur: 23 Weersgesteldheid: zonnig
Gespot wildlife: Mountain Marmot, Nut Cracker (zeldzame bergvogel), Emerald Ducks, Blue Jay, twee berggeiten

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vandaag uitgeslapen en rustig aan gedaan, na de ‘Icefield’-dag van gisteren plus het avondbezoek aan Banff. Daardoor om half elf weer op pad met de camper. Op de weg waaraan de campground ligt, hebben we uitzicht op de Mount Tunnel. Vijfhonderd meter verder is er zicht op de Hoodoo’s, zes soort van pilaren die tot stand zijn gekomen door water wat naar beneden stortte en de Hoodoo’s zodoende creëerde. Hierna gaan we richting Lake Louise via de Bow Valley Parkway. Een bosrijk gebied, omgeven met bergen, maar helaas geen wildlife zoals dat beloofd wordt in menigeen reisboek. Echter wel een aantal schitterende plaatjes kunnen schieten. Ook sinds een aantal dagen weer radiobereik om de stilte te doorbreken.
Bij Castle Cliffs worden de benen gestrekt. Voorwaar geen straf in dit mooie landschap. Rond het middaguur arriveren we bij Lake Louise, waar het al behoorlijk druk is. Het is er werkelijk schitterend, het smaragdgroene meer met op de achtergrond de sneeuw van de Mount Victoria en de strakblauwe hemel maken het plaatje compleet. Al snel gaan we vanwege de enorme drukte richting het 13 kilometer verderop gelegen Lake Moraine.

 

Via een bochtig parcours en de 1km lange Moraine Trail, krijgen we het meer in het vizier. ‘Adembenemend’, uiteraard maakt onze huisfotograaf hier weer de nodige kiekjes. Na een kop koffie vervolgen we de route via de Kicking Horse Pass naar Field. Onderweg komen we bij de Spiral Tunnel. Dit is  het populairste uitkijkpunt van Canada, waar de locomotieven door een 900m lange spiraaltunnel gaan. De eerste wagons komen boven al uit de tunnel terwijl de laatste wagons beneden nog in de tunnel moeten verdwijnen. Alleen al vijf wagons moeten daar een hoogteverschil van vijf meter overbruggen.
Even verderop slaan we rechtsaf, een smalle kronkelweg in van 13km door de Yoho Valley. Daarin zitten haarspeldbochten waar zelfs een enkele keer ‘gestoken’ moet worden om de bocht te kunnen nemen (hulde aan de chauffeuse), om bij de Takakkaw Falls te komen. Deze spectaculaire waterval, die wordt gevoed door smeltwater van het Waputik Icefield is één van de hoogste in Noord Amerika; de schitterende cascades zijn samen 380m hoog. Uiteraard is de afdaling net zo enerverend als de klim is geweest.

In Field, bij het Grand National Station, café/restaurant annex supermarkt, halen we vers stokbrood om de late lunch te verorberen op het aldaar gelegen terras in de zon met uitzicht op de Mount Stephen. Vervolgens komen we bij de Natural Bridge. Dit ligt even buiten Field, waar de Kicking Horse River zich schuimend een doorgang heeft gebaand door een dwarsliggend rotsblok en zodoende een schitterende waterval is. Aan het einde van deze weg ligt het schilderachtige Emerald Lake. Het meer heeft een fel turquoisegroene kleur.
Hierna gaan we via Highway 1 naar Golden, waar het Yoho National Park eindigt. Daar gaat de overnachtingsplek gezocht worden. Even voor Golden lopen er langs de Highway nog twee ‘verdwaalde’ dwerggeiten. Net buiten Golden kiezen we voor Whispering Spruce Campground en steken de BBQ aan.

 

Dag 17: Golden - Revelstoke

Afgelegd aantal km: 216 Gereden door: Frank
Gemiddelde temperatuur: 24 Weersgesteldheid: zonnig, 's middags bewolking
Gespot wildlife: Twee Blue Jays, twee witte mountain goats, 5 whiskyjacks (grijs vogeltje), 2 rupsen en veel eekhoorns

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vandaag wordt er weer niet vroeg opgestaan. We slapen uit tot een uur of acht en na een heerlijke warme douche op de camping vertrekken we net na half tien. Dat we wat later op gang zijn, maakt vandaag niet zo uit omdat we sinds gistermiddag weer in British Columbia zijn en onderweg de tijd weer een uur terug zal gaan hebben we toch een uurtje langer vandaag.
De eerste stop is bij de benzinepomp in Golden. Daarna gaan we lopend naar dé attractie van Golden, namelijk de overdekte houten brug. De brug is in 2001 gemaakt en verbindt twee oevers aan de Kicking Horse River. Op zich is de brug wel aardig, maar de entourage aan beide oevers is bedroevend.
Hierna vertrekken we via Highway 1 (de Trans-Canadian Highway) westelijk richting Glacier National Park. Dit park bestaat uit vele hoge bergen en het telt dan ook zo’n 400 gletsjers. Langs de bergpas die door dit park loopt, de Rogers Pass, zien we er enkele liggen. De bergpas wordt op diverse plaatsen via ‘side-tunnels’ half overkapt. In het informatie centrum dat halverwege in het park ligt, kunnen we informatie krijgen over de tot stand koming van de treinbaan die voorheen op de plaats van de highway liep. Inmiddels gaat de trein door een acht kilometer lange tunnel in plaats van over de bergpas. Ook vragen we bij dit informatie centrum na waar we een leuke trail kunnen lopen. De niet heel erg enthousiaste medewerker wijst ons er één aan die we besluiten te gaan ondernemen. De trail start iets verderop bij de Illecillewaet Campground. Het is daar wat zoeken, maar uiteindelijk vinden we onze Meeting of the Waters-trail. De trail loopt langs de Illecillewaet River tot aan het punt waar de Asulkan Brook rivier aansluit. Daar ligt een brug en via de andere oever lopen we weer terug. Aan het eind van de trail komen we bij de restanten van wat eens het Glacier House was. Hier lag lang geleden een station, een hotel en wat andere nederzettingen. Het allerlaatste stukje loopt de trail over de route die de trein vroeger aflegde.

 

Ondanks dat het een bescheiden loopje was genieten we na afloop in het zonnetje toch van een welverdiende lunch. Vervolgens nemen we de highway verder westelijk naar het Revelstoke National Park dat 16 km verderop ligt. Net nadat we het park betreden lopen we daar de Giant Cedars Trail. Dat is een boardwalk van zo’n 500 meter door het bos met allerlei enorme cedars. Op verschillende plaatsen langs de trail staan informatieborden over de cedars. Ook is er aan het begin van de trail een heel grappig gastenboek dat je kan tekenen. Dit zit verstopt in een soort lessenaartje dat gewoon in de buitenlucht langs de boardwalk staat.
Hierna gaan we via de zuidkant van het park verder richting Revelstoke. Daar gaan we eerst even het plaatsje zelf in naar de Tourist Information. Dit omdat in diverse folders en boeken staat dat de rit naar boven naar Mount Revelstoke, niet voor te lange voertuigen is. Ook is het in Revelstoke wat heiig. Dit blijkt volgens de jonge dame van de VVV te komen door diverse bosbrandjes in de buurt en met onze 30 voet lange camper mogen we nog net de weg naar boven rijden. Dit besluiten we dan ook maar direct te doen. We zijn even voor half vier bij het park en de dame aan het loket bij het park geeft aan dat we om uiterlijk vijf uur weer terug beneden moeten zijn. Hierdoor zullen we geen tijd hebben voor de door ons geplande trail, maar kunnen we alleen wat rond het Balsam Lake lopen. Ook waarschuwt ze ons voor twee Grizzly beren die recent zijn gesignaleerd op de berg.

  

De weg, genaamd Meadows in de Parkway, loopt zigzaggend zo’n 25 km naar boven en bevat diverse haarspeldbochten en uitkijkpunten. We doen over de rit zo’n half uur, iets wat de terugreis ook ongeveer zal kosten. Dit betekent dat we maar een half uurtje hebben om boven rond te kijken. De door ons gewenste trail blijkt ook niet voor een stukje haalbaar, dus blijft het inderdaad bij het Balsam Lake. Na alle geweldige meren van de afgelopen dagen blijkt die echter wat teleur te stellen. Wel zien we aan de rand van het meer diverse afdrukken van wildlife (de beren?). Een half uur houden we het daar niet eens uit en we besluiten terug te gaan om via de diverse uitkijkpunten nog wat in de verte en de diepte te gluren.
Onderweg naar beneden wordt ook alvast een campground uitgezocht. Het blijkt de Williamson Lake Campground te worden. Die zoeken we dan ook direct na het verlaten van het park op. Zoals een beetje gebruikelijk de laatste tijd wordt de bbq weer aangestoken en na afloop wordt direct het kampvuur opgestart. Ook dat krijgen we de laatste tijd beter onder de knie waardoor het al snel goed fikt.

 

Dag 18: Revelstoke - Coldstream

Afgelegd aantal km: 299 Gereden door: Jeroen
Gemiddelde temperatuur: 17 Weersgesteldheid: veel regen, soms een zonnetje
Gespot wildlife: Twee eekhoorns en 2+4=6 herten

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Voor het eerst sinds we in Canada zijn regen. Het begint al wat ’s nachts te druppelen en tegen de ochtend valt het er aardig uit. Geen zuchtje wind, dus kaarsrecht naar beneden en de buien blijven in de bergen lekker hangen. De regen zorgt ervoor dat we wat langer in bed blijven. Gezellig geluidje, dat tikken op het dak (zolang het maar niet te lang gaat duren…).
De douches zijn uit de kunst op de Williamson Lake Campground. Typisch ook, dat het lijkt alsof er ’n paar ’s avonds douchen en niemand ’s ochtends ‘fris’ wil zijn. Komt ons natuurlijk beter uit.
Half tien vertrekken we naar het centrum van Revelstoke. Eerst even wat boodschappen doen bij Cooper’s Food. Toch wel handig, dat ze hier op zondag gewoon open zijn. En we krijgen zelfs klantenkorting zonder klantenkaart (wellicht door onze hoeveelheid inkopen?). Door naar het tankstation om daar de benzinetank vol te gooien. Zondag is ’n favoriete tankdag blijkbaar; wat ’n drukte!
We gaan de ‘23 South’ op en verlaten Revelstoke. We hebben de keuze om via de Highway 1 naar Vernon te gaan via de grotere plaatsen Sicamous, Armstrong en Spallumcheen. Of langs het water via Shelter Bay, een oversteek per ferry, naar Galena Bay en dan langs het water via Nakusp om dan naar Arrow Park weer met de ferry over te steken en via Cherryville, Lumby en Coldstream in Vernon uit te komen. Wel een omweg, maar we hebben toch nog tijd genoeg. Dus die keuze is snel gemaakt. We gaan dan het eerste stuk langs het water langs de Monashee Mountains en het tweede stuk langs Selkirk.

 

De Monashee Mountains zijn de westelijk en laagste van de drie bergketens die van noord naar zuid door Kootenay Country lopen.
Het water waar we langs gaan is het 23km lange Arrow Lake. Dit onstond in 1965 door de bouw van een dam die het water van de Columbia River tegenhoudt. Daardoor verdwenen heel wat dorpjes uit de tijd van de mijnbouw onder de waterspiegel. Nakusp overleefde, want het lag op een terras hoog boven de rivier.
De ferry ? nou ja, zeg maar pondje ? is er eerder dan gepland, dus dat gaat lekker vlot. We staan er nog niet op of we vertrekken al. Zo’n 25 minuten later staan we aan de overkant. Inmiddels is de regen overgegaan in een combinatie van droog en miezer. De weg naar Nakusp is goed begaanbaar. Iets na half één komen we in het plaatsje aan, waar het inmiddels droog is. De huizen variëren er van kasteeltjes tot ware krotten. Na een klein ommetje besluiten we een bak koffie te nemen in de Three Lions Pub. Maar we belanden in het Chumley’s restaurant en het wordt een uitgebreide warme lunch. Met de buiken helemaal (over)vol stappen we iets voor tweeën waar in de camper.
Via Burton gaan we over de ‘6’ naar het 55km verderop gelegen Fauquier. Dit dorpje werd aan de oever van Arrow Lake heropgebouwd. Vanaf daar gaat de ferry (een nog kleinere dan de vorige) naar Needles. Deze overtocht is, evenals de vorige, gratis en voor nix; zo hebben wij het graag. Het vaartripje duurt maar 8 minuten.

Op de kronkelige weg daarna wisselen regen en zonneschijn elkaar af. We komen langs nogal wat boerderijen met aparte runderen en zelfs lama’s. Vanaf boven aan de pas tot Lumby zakken we van ongeveer 1200m naar 495m. Flink remmen dus voor Jone (die zelfs een halfzieke slaapster nog in de bank weet te houden). De drassige omgeving zou ideaal zijn geweest voor mooses, maar helaas. We zien wel wat hertjes onderweg; ook altijd een mooi gezicht. In Cherryville begint de zon het aardig te winnen. Maar even daarna valt er toch weer ’n buitje. En zo is het eigenlijk de hele dag; op het moment dat we denken dat het zonnetje blijft, begint het weer te regenen.
De campground in Lumby die we op het oog hebben, Lions, is dicht. Dus we rijden nog 23km verder richting Vernon. Drie kilometer voor het centrum van dit stadje komen we rond zessen aan op Dutch’s Campground in Coldstream. De naam doet chiquer vermoeden dan het er is. Maar het is vrij rustig, waardoor we nog behoorlijk privé onze camper kunnen stallen op een plekje met alleen stroom.
De eerste regendag in Canada is wennen; écht wennen. Hoewel we wisten dat zo’n dag zou komen, valt het toch tegen. We zijn ook wel erg verwend geraakt door al die strakblauwe luchten. Maar gelukkig is de voorspelling dat het morgen in ieder geval droog is.

Dag 19: Coldstream - Osoyoos

Afgelegd aantal km: 217 Gereden door: Lidwine
Gemiddelde temperatuur: 15 tot 21 Weersgesteldheid: regenachting, later flinke opklaringen
Gespot wildlife: 11 canadese ganzen, aantal eekhoorns, één wipvogel en veel (springende) Kokanee zalmen

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Eerst even terug naar gisteravond. Laat op de avond, toen het al een tijdje donker was, kwam er namelijk nog een camper de camping op rijden. Die dacht heel stoer - zonder dat iemand achter ‘m kijkt of het goed gaat - z’n camper achteruit op z’n plaats te zitten. Alleen zag hij het paaltje met daaraan de watertoevoer en de elektra over het hoofd. Oftewel, even later was er een flinke fontein op de camping. Toch nog wat sensatie dus.
De douches gaven bij de ladies helaas geen warm water dus de dag begon al goed! Om half 10 vertrokken we van de camping. Het was nog steeds flink bewolkt, maar de regen was wel veel minder dan gisteren. We gingen eerst een stukje richting het noorden, om Vernon heen, langs Swan Lake, om via een rustigere weg, de Westside Road, naar het zuiden te gaan in plaats van via de highway 97. Een groot gedeelte van de weg van vandaag liep langs het Okanagan Lake, een enorm meer dat loopt van Vernon tot Penticton.

 

De eerste korte stop was bij de O’Keefe ranch. Deze ranch is één van de oudste vee ranches, gesticht in 1867 door mijnwerkers die overgingen op veeteelt. De huizen op het eerste deel op de Westside Road waren in het begin wat armoedig, maar werden steeds mooier. Op een gegeven moment kwamen we bij het La Casa viewpoint, een project van nieuwbouwvakantiehuizen à la Center Parcs. Door het nemen van deze weg ontliepen we de grote stad Kelowna en via Westbank kwamen we aan in Peachland. Hier gingen we eerst naar het Visitor Information Center waar een enthousiaste bebrilde man ons wees op een nabij gelegen waterval waar we heel goed zalmen zouden kunnen zien zwemmen. Na wederom een uitgebreide en uitstekende lunch, dit keer in een Duits Gasthaus aan het Okanagan meer, vervolgden we onze weg naar de Hardy Falls. Hier zagen we al vrij snel de Kokanee zalmen in de beek zwemmen. Via een pad met diverse bruggetjes zagen we de zalmen in kunstmatig aangelegde verhogingen (soort van trapjes) in de beek richting de waterval zwemmen. Bij de waterval aangekomen zagen we zelfs een aantal zalmen tegen de stroming de waterval op te springen.  
Aan het begin van het pad stond, wederom, een waarschuwing voor beren. Op zich zou dit ook een prima plaats voor ze zijn om de overvloedig aanwezige zalmen vanaf de kant te vangen maar helaas hebben we ook hier geen beer gezien.

  

Vervolgens gingen we verder zuidwaarts via de ‘97’. Bij de Visitor Information Center kregen we de mededeling dat deze weg tussen één en twee uur afgesloten zou zijn vanwege wegwerkzaamheden. We kwamen iets voor twee uur aan en stonden heel even in de file stil, alvorens langzaam op gang te komen. De weg zou om half drie weer voor een half uurtje dichtgaan maar gelukkig waren we toen al voorbij de wegopbreking. Inmiddels was de zon steeds meer gaan schijnen en moest de zonnebril zelfs opgezet worden! Via Summerland kwamen we in Penticton, een plaatsje tussen het Okanagan Lake en het Skaha Lake. De Salish indianen noemden dit plaatsje Pen-Tak-Ton: ‘een plaats om eeuwig te wonen’, omdat het klimaat het mogelijk maakte er het hele jaar te leven. We reden namelijk steeds zuidelijker, naar een, normaliter, subtropisch klimaat. In het plaatsje Oliver hebben we getankt om vervolgens via vele wijngaarden en fruitbomen in Osoyoos te eindigen, een plaatsje aan de Amerikaanse grens. Hier zijn we naar de Nk’Mip (spreek uit: Inkameep) campground gegaan om een plaatsje aan het Osoyoos meer te zoeken. Een hele mooie plek, alleen ‘wat’ winderig. En helaas geen bbq mogelijkheid dus dat werd weer binnen knutselen.

 

  reisverslagen en meer
Free Joomla! templates by Engine Templates