Dag 3: Saanich – Chemainus

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Om half zes ’s ochtends zijn de eersten wakker (de slapers op het ‘upperdeck’) en om half zeven is iedereen uit de veren. Op dat moment kunnen we pas zien op wat voor plek we staan op de Island View Campground. Aan zee, met een Beach Trial die niet veel meer inhoudt dan het beginpunt om iets aan te geven. Wat is nooit duidelijk geworden. Het strand ligt er desalniettemin fraai bij en geeft ’s ochtends al een mooie aanblik. Het vermoeden bestaat dat het een zonnige dag zal gaan worden.
Tijd voor ’n ontbijtje, waarna een checklistje wordt gemaakt ‘wat te doen voor vertrek’. De TomTom wordt op Victoria ingesteld en om iets voor negenen trapt Jone het gas in.

Victoria is een indrukwekkende stad. Het is de zetel van het provinciale bestuur en met 300.000 inwoners een vrij grote stad. Het gebouw van zwaar, grijs steen met tot in de puntjes verzorgde gazons en tuinen dat daarvoor is neergezet imponeert in ieder geval bijzonder. Maar dat doet ook het Empress Hotel. Want niet alleen de naam Victoria herinnert aan het koloniale rijk. Als een groot, met klimop overwoekerd kasteel staat het in 1908 gebouwde hotel boven de haven. We vragen buiten netjes of we even binnen mogen kijken en dat is geen enkel probleem. Een écht Engelse foyer en een restaurant waar de high tea niet te betalen zal zijn. Wij zullen het niet merken, want om negen uur ochtends heb je daar niet zo’n trek in.
En dan komen we aan bij de oude stad, de schilderachtige haven met de promenade en nog een aantal bezienswaardigheden. Want er is nog een mooie kant van Victoria: de stad is prima te voet te verkennen. Alle bezienswaardigheden liggen behoorlijk dicht bij elkaar.

Hieronder een filmpje in de haven van Victoria:

We eindigen bij de Fisherman’s Warf. Dit is de eigenlijke haven, waar lieflijke floating houses (drijvende huisjes) in verschillende vormen en maten liggen. Daarna gaan we weer terug naar de camper om een kustroute te volgen. Er komen twee minder geweldige uitkijkpunten (de kwalificatie “weggooiviewpoint” valt; wie zou dat nou hebben gezegd?), waarna we in Oak Bay Marina belanden. Een weg met heftige pandjes leidt naar dit haventje met een mooie uitkijk.

Bij de Safeway worden nog wat boodschappen gedaan en onderwijl wordt snel een Safeway-card gehaald; scheelt toch mooi ff zestien dollar op negentig dollar aan boodschappen (helaas geldt dit niet voor het bier, dat immers in Canada in een aparte ‘liquor store’ gehaald moet worden).
We maken een korte tussenstop in Cowichan Bay (3400 inwoners) in Hercate Park. De Cowichans is een stam van de Salishinindianen, die al meer dan honderd jaren hier in de omgeving leven. Een levendig stadje (waar ze terrasjes kennen), dat vooral leeft van de verkoop van handgemaakte sweaters en andere ambachtelijke produkten. Een schilderachtige vissersplaatsje met op palen gebouwde houten huizen en bont gekleurde boothuizen. Vervolgens rijden we door over Highway 1 naar Chemainus, waar we via een U-turn bij de uitgezochte campground aankomen: Chemainus River Campground. Er zijn slechts tien hook-up sites (met water en stroom). Maar we zijn de enigen op de plek die wordt omringd met hoge dennenbomen. Zelfs de eigenaren hebben bij aankomst de campground verlaten, maar op het whiteboard bij de ingang staat netjes dat we gewoon een plekje uit kunnen zoeken. En dat doen we dan ook. Later op de avond komt de eigenaresse met een golfkarretje iemand ophalen die gaat betalen. Jone & Ingrid zoefden vervolgens met haar mee om de creditcard te trekken.
Een heus kampvuur moet ervoor zorgen dat de muggen een beetje uit de buurt blijven in de bosrijke omgeving.