Las Vegas - Ridgecrest

Gereden: 327 mijlen / 523 kilometer (Ingrid)

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vanmorgen om 7 uur wakker van de wekker. Gedoucht en ingelezen over Death Valley, onze reisbestemming van vandaag. Het weer is weer goed, een strak blauwe lucht maar wel wat heiïg. We zouden via de tv kunnen uitchecken, maar het bleek bij het raadplegen van de rekening dat ze voor zowel vandaag als gisteren 1 dollar aan Local Calls in rekening brachten. Beetje raar, want we hadden de telefoon niet aangeraakt. Nou ja, dan maar beneden uitchecken en om opheldering vragen. Blijkt dat er bij iedereen voor iedere dag 1 dollar in rekening wordt gebracht voor het feit dat er een telefoon is op de kamer! Het blijven rare jongens, die Amerikanen. Nou, makkelijk verdienen zo. Hotel Circus Circus heeft 2990(!!) kamers. Snel die twee dollar betaald en op de mededeling dat dat “nice business” is werd niet gereageerd.
Om half negen rijden we bij het hotel weg en gaan via The Strip (de bijnaam voor Las Vegas Boulevard waar alle dikke hotels aan staan) Las Vegas weer uit. Via Highway 95 rijden we de stad uiteindelijk echt uit. Vlak voordat we weer in niemandsland zijn stoppen we nog bij een MacDonalds om te ontbijten. Ook doen we naast de Mac meteen wat boodschappen bij de Walgreens. Zo halen we een nieuwe koelbox. Weer een piepschuim exemplaar voor twee en halve dollar. Doet het prima, maar de vorige was lek gegaan door wat onzorgvuldig gebruik. We vullen de koelbox meteen met drank en strooien daar een zak ijs overheen. Zo, we zijn klaar voor Death Valley. Dat blijkt echter nog wel een uurtje of drie rijden te zijn, want om één uur zijn we uiteindelijk bij de Visitor Center in Death Valley, bij Zabriskie Point zijn we dan al geweest omdat dat al tussen de ingang en de Visitor Center in lag. Omdat we vanmorgen al wat voorwerk gedaan hadden wisten we al globaal wat we wilden zien. We zetten daarom koers naar Badwater waar het Badwater Basin ligt. Dit opgedroogde zoute meer is het laagste punt van de VS en ligt op 282 feet (= 86 meter) onder zee niveau. De temperatuur is flink hoog als we een stukje het opgedroogde meer oplopen. Het is helemaal wit en het lijkt - afgezien van de temperatuur - wel winter omdat het op een bevroren meer lijkt.


Na de nodige foto’s zetten we koers naar Natural Bridge. Die bereiken we door eerst anderhalve mijl over een erg slecht onverharde weg te rijden en vervolgens moet in de hitte nog een mijl een omhoog lopend pad van kiezels worden overwonnen om uiteindelijk bij Natural Bridge te komen. Dat is eigenlijk weer een arch zoals we er de afgelopen vakantie al meerdere hebben gezien, alleen de omstandigheden waaronder we deze hebben bereikt waren wat zwaarder.
Hierna bezoeken we (ook via een onverharde weg) Devil’s Golf Course. Dat is een vlakte aan de rand van het opgedroogde zoutwatermeer dat niet echt vlak is. Het bestaat uit opgedroogde en uitgeharde aarde en zout. Een golfballetje zal er snel zoek zijn.
Tot slot nemen we nog een stukje geasfalteerde toeristische route middels de Artists Drive. Langs deze route zie je in de omliggende bergen echt een palet aan kleuren terugkomen. Heel bijzonder en we zijn blij dat we deze route hebben meegepakt.
Hierna besluiten we aan de westkant het park te verlaten. Dat is echter nog wel anderhalf uur rijden. Onderweg komen we ook nog langs een aantal Sand Dunes, maar die laten we links liggen omdat we al ons hele leven vlak achter de duinen wonen.


Rond vijf uur rijden we uiteindelijk het park weer uit en vervolgen onze weg zuidelijk via de 178 richting Ridgecrest. Daar willen we op zoek gaan naar een overnachtingsmogelijkheid. De weg naar Ridgecrest is bijzonder rustig en je bent echt in de middle-of-nowhere. Zelfs geen radiozender meer te ontvangen, uiteindelijk alleen een zender die predikt over The Lord, dat is nog minder dan de hele dag country muziek. Na een goed uur komen we in Ridgecrest aan en gaan we op zoek naar een motelletje. Het kost even wat moeite, maar uiteindelijk vinden we er één. Deze blijkt echter vol te zitten, maar is wel weer zo vriendelijk om te informeren bij een ander lokaal motel of er een kamer vrij is. Dat blijkt zo te zijn bij de Vagabond Inn, alleen wel voor 95 dollar. Het ligt twee mijl verderop en ze zouden de kamer 10 minuten voor ons vasthouden. We bedankte de man aan de receptie voor de moeite en hadden al besloten om door te rijden naar een volgende plaats omdat we 95 dollar wat gortig vonden. Maar we waren nog maar net weer op weg toen we de Budget Inn zagen liggen. Die bleken nog één kamer te hebben voor een schappelijke prijs. Daar hebben we dan ook ons intrek in genomen. De kamer bleek ook een keukentje met magnetron te hebben. Omdat het junkfood ons de neus uit begint te komen zijn we naar de supermarkt gegaan om wat magnetronmaaltijden aan te schaffen en wat drank. De Budget Inn heeft gelukkig ook weer internet, dus kunnen we het weblog ook weer bijwerken.


Ik had een halve liter bier meegenomen en Ingrid een fles witte wijn. Het was de bedoeling dat Ingrid vandaag het verslag zou maken, maar ja, die ligt nu na die fles wijn in coma op bed. Vandaar dat ik me maar even nuttig heb gemaakt en dit stukje heb getikt. Morgen gaan we op weg naar Sequoia; de bossen met die enorme dikke en hoge bomen.

Related Articles

San Diego - Palm Springs

Los Angeles - San Diego

De Lier - Los Angeles

  reisverslagen en meer
Free Joomla! templates by Engine Templates