West-USA 2006

Las Vegas

Gereden: 82 mijlen / 131 kilometer (Jeroen)

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vandaag maar eens uitgeslapen, geen wekker gezet en rond 8 uur wakker in een koele en nog pikdonkere kamer. Maar na het openen van de gordijnen bleek het zonnetje al weer flink te schijnen en er was weer nauwelijks een wolkje waar te nemen. We doen het rustig aan vanmorgen, Ingrid maakt ook nog even het verslagje van gisteren maar omdat het niet lukt om internet te krijgen op de kamer kunnen we het niet publiceren. Daarna gaan we (pas) om even over elven ontbijten. Dat besluiten we maar in het hotel te doen via het ontbijtbuffet. Voor 12 dollar p.p. niet echt goedkoop, maar ach, het was de ervaring weer waard. Het begon bij de kassa, daar wordt afgerekend en dan word je twee meter verder doorverwezen naar een dame die je een tafel toewijst. Althans, zij verwijst je door naar een man met een geel vlaggetje die je een meter of 10 achterna moet lopen om vervolgens nog eens achter een vrouwtje met een rood vlaggetje aan te lopen die je dan uiteindelijk een tafel toewijst. Rare jongens, die Amerikanen. Het is ook een flinke zaal met uitgebreid buffet. We zijn net op tijd voor het ontbijt, want om 11:30 gaat de lunch beginnen. Na een bakkie en een heerlijk opgeschept ontbijtje met roerei en spek blijkt dat het buffet voor de lunch ook open gaat. Tsja, daar staan wel hele lekkere dingen bij zoals taartjes en brownies. Toch ook nog maar even langs dat buffet gelopen voor een soort van toetje. Na het ontbijt hebben we nog even rondgekeken in het hotel. Er is namelijk ook een Adventure Dome, een hal met allerlei kermis attracties. Naast een paar grote attracties zoals een achtbaan en wild waterbaan zijn er ook de diverse echte kermis attracties zoals ballengooien, draaimolen etc. Helaas hadden we geen fotocamera bij ons om eea vast te leggen.
Rond half één vertrokken we per auto naar de Hoover Dam, die ligt een uurtje rijden ten zuidoosten van Las Vegas. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot 93° F (= 35° C). Vlak voor Hoover Dam kom je langs een Checkpoint. Daar staat een politieagent te kijken wie er langs komt en pikt er zo nu en dan iemand uit om de laten checken. Wij mochten doorrijden en even na Hoover Dam vonden we een parkeerplaats. Bij de Hoover Dam besloten we naar de Tourist Information te gaan. Die is er eigenlijk niet, maar alleen een tour die je kan doen voor 11 dollar p.p. Dat hebben we maar gedaan. Het leek hier het vliegveld wel qua beveiliging. Hier werden we er wel uitgepikt, we hadden de regels overtreden... We hadden namelijk een appel en een banaan in de tas zitten. En dat mag niet (zeer gevaarlijk natuurlijk dat fruit). De security lijkt wel doorgeslagen naar het niveau Paranoia. Het was opeten of weggooien. Omdat het ontbijt nog hoog zat hebben we het fruit maar weggegooid.


Vervolgens konden we aansluiten bij een rij voor het eerste deel van de rondleiding: een film van 10 minuten over de bouw van de Hoover Dam. Precies toen wij naar binnen wilden kwam er zo’n hele belangrijke meneer van de rondleidingen ons tegenhouden omdat de zaal vol was. En dat terwijl er toch nog wat lege stoelen waren in de zaal. Toen hadden we het al weer even gehad met Amerika. Eerst het fruit en nu dit. Na even tot 10 geteld te hebben (ik moest tot 20 doortellen...) besloten we toch maar weer het beste ervan te maken. Na 10 minuten mochten we dan wel de film gaan bekijken. Daarna aansluiten bij een korte rij voor de rondleiding in de dam zelf. Per lift daalden we af naar de ruimte waar de generatoren staan. Na een verhaaltje van de guide over alle afmetingen, duur van de bouw, hoeveelheid beton etc. gingen we door naar de volgende ruimte waar schematisch was weergegeven hoe e.e.a. nou precies in z’n werk gaat bij de krachtwinning, dat was wel interessant. Daarna mochten we nog even vanaf een terras een blik werpen op de dam en zat de rondleiding erop.
Om vier uur zijn we weer teruggereden naar Las Vegas. Voordat we naar het hotel teruggingen zijn we nog even naar een Outlet Center geweest waar ze van zeer vele merken outlet winkels hebben. Echte woekerprijzen tref je hier nou ook weer niet aan, maar toch wel wat aangeschaft. Om zeven uur waren we weer bij het hotel en bleek het nog 30 graden Celsius te zijn.
‘s Avonds hebben we in het hotel eens achter een paar gokkasten gezeten. Het valt nog niet mee om te begrijpen hoe je wat kan winnen. Bij de eerste kast waren we binnen 20 seconden al 4 dollar kwijt. Dat werd ‘m niet. Ook andere kasten bleken geen succes dus zijn we maar naar de bar gegaan. Toch wilden we nog wel wat winnen, dus zijn we een ‘gewone’ gokkast gaan zoeken (met BAR enzo.) Dat zag er veel belovend uit maar uiteindelijk bleek ook dit niet winstgevend. Om een goed gevoel over te houden hebben we de laatste 25 dollar maar laten uitbetalen. Helaas geen zilvervloot dus, maar gelukkig wel een geweldige vakantie.

Las Vegas - Ridgecrest

Gereden: 327 mijlen / 523 kilometer (Ingrid)

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vanmorgen om 7 uur wakker van de wekker. Gedoucht en ingelezen over Death Valley, onze reisbestemming van vandaag. Het weer is weer goed, een strak blauwe lucht maar wel wat heiïg. We zouden via de tv kunnen uitchecken, maar het bleek bij het raadplegen van de rekening dat ze voor zowel vandaag als gisteren 1 dollar aan Local Calls in rekening brachten. Beetje raar, want we hadden de telefoon niet aangeraakt. Nou ja, dan maar beneden uitchecken en om opheldering vragen. Blijkt dat er bij iedereen voor iedere dag 1 dollar in rekening wordt gebracht voor het feit dat er een telefoon is op de kamer! Het blijven rare jongens, die Amerikanen. Nou, makkelijk verdienen zo. Hotel Circus Circus heeft 2990(!!) kamers. Snel die twee dollar betaald en op de mededeling dat dat “nice business” is werd niet gereageerd.
Om half negen rijden we bij het hotel weg en gaan via The Strip (de bijnaam voor Las Vegas Boulevard waar alle dikke hotels aan staan) Las Vegas weer uit. Via Highway 95 rijden we de stad uiteindelijk echt uit. Vlak voordat we weer in niemandsland zijn stoppen we nog bij een MacDonalds om te ontbijten. Ook doen we naast de Mac meteen wat boodschappen bij de Walgreens. Zo halen we een nieuwe koelbox. Weer een piepschuim exemplaar voor twee en halve dollar. Doet het prima, maar de vorige was lek gegaan door wat onzorgvuldig gebruik. We vullen de koelbox meteen met drank en strooien daar een zak ijs overheen. Zo, we zijn klaar voor Death Valley. Dat blijkt echter nog wel een uurtje of drie rijden te zijn, want om één uur zijn we uiteindelijk bij de Visitor Center in Death Valley, bij Zabriskie Point zijn we dan al geweest omdat dat al tussen de ingang en de Visitor Center in lag. Omdat we vanmorgen al wat voorwerk gedaan hadden wisten we al globaal wat we wilden zien. We zetten daarom koers naar Badwater waar het Badwater Basin ligt. Dit opgedroogde zoute meer is het laagste punt van de VS en ligt op 282 feet (= 86 meter) onder zee niveau. De temperatuur is flink hoog als we een stukje het opgedroogde meer oplopen. Het is helemaal wit en het lijkt - afgezien van de temperatuur - wel winter omdat het op een bevroren meer lijkt.


Na de nodige foto’s zetten we koers naar Natural Bridge. Die bereiken we door eerst anderhalve mijl over een erg slecht onverharde weg te rijden en vervolgens moet in de hitte nog een mijl een omhoog lopend pad van kiezels worden overwonnen om uiteindelijk bij Natural Bridge te komen. Dat is eigenlijk weer een arch zoals we er de afgelopen vakantie al meerdere hebben gezien, alleen de omstandigheden waaronder we deze hebben bereikt waren wat zwaarder.
Hierna bezoeken we (ook via een onverharde weg) Devil’s Golf Course. Dat is een vlakte aan de rand van het opgedroogde zoutwatermeer dat niet echt vlak is. Het bestaat uit opgedroogde en uitgeharde aarde en zout. Een golfballetje zal er snel zoek zijn.
Tot slot nemen we nog een stukje geasfalteerde toeristische route middels de Artists Drive. Langs deze route zie je in de omliggende bergen echt een palet aan kleuren terugkomen. Heel bijzonder en we zijn blij dat we deze route hebben meegepakt.
Hierna besluiten we aan de westkant het park te verlaten. Dat is echter nog wel anderhalf uur rijden. Onderweg komen we ook nog langs een aantal Sand Dunes, maar die laten we links liggen omdat we al ons hele leven vlak achter de duinen wonen.


Rond vijf uur rijden we uiteindelijk het park weer uit en vervolgen onze weg zuidelijk via de 178 richting Ridgecrest. Daar willen we op zoek gaan naar een overnachtingsmogelijkheid. De weg naar Ridgecrest is bijzonder rustig en je bent echt in de middle-of-nowhere. Zelfs geen radiozender meer te ontvangen, uiteindelijk alleen een zender die predikt over The Lord, dat is nog minder dan de hele dag country muziek. Na een goed uur komen we in Ridgecrest aan en gaan we op zoek naar een motelletje. Het kost even wat moeite, maar uiteindelijk vinden we er één. Deze blijkt echter vol te zitten, maar is wel weer zo vriendelijk om te informeren bij een ander lokaal motel of er een kamer vrij is. Dat blijkt zo te zijn bij de Vagabond Inn, alleen wel voor 95 dollar. Het ligt twee mijl verderop en ze zouden de kamer 10 minuten voor ons vasthouden. We bedankte de man aan de receptie voor de moeite en hadden al besloten om door te rijden naar een volgende plaats omdat we 95 dollar wat gortig vonden. Maar we waren nog maar net weer op weg toen we de Budget Inn zagen liggen. Die bleken nog één kamer te hebben voor een schappelijke prijs. Daar hebben we dan ook ons intrek in genomen. De kamer bleek ook een keukentje met magnetron te hebben. Omdat het junkfood ons de neus uit begint te komen zijn we naar de supermarkt gegaan om wat magnetronmaaltijden aan te schaffen en wat drank. De Budget Inn heeft gelukkig ook weer internet, dus kunnen we het weblog ook weer bijwerken.


Ik had een halve liter bier meegenomen en Ingrid een fles witte wijn. Het was de bedoeling dat Ingrid vandaag het verslag zou maken, maar ja, die ligt nu na die fles wijn in coma op bed. Vandaar dat ik me maar even nuttig heb gemaakt en dit stukje heb getikt. Morgen gaan we op weg naar Sequoia; de bossen met die enorme dikke en hoge bomen.

Ridgecrest - Fresno

Gereden: 305 mijlen / 488 kilometer (Ingrid en Jeroen)

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

De wekker stond vanmorgen op 7 uur. Na ons te hebben ingelezen over Sequoia NP en de broodjes te hebben gesmeerd die we gisteren hadden gehaald, hebben we uitgecheckt. Vervolgens zijn we aan de overkant van het motel naar een supermarkt gegaan voor een zak ijs en jus d’orange en naar Starbucks voor een bakkie. Rond 9 uur vertrokken we uit Ridgecrest en vervolgden we onze weg westelijk over Highway 178. De temperatuur is dan 70° F, 21° C met een vrijwel blauwe lucht. De kale vlaktes gaan langzamerhand over in begroeiing met Joshua Trees en naarmate we verder gaan, wordt het landschap steeds bosrijker. Na een half uurtje te hebben gereden, zijn we bij een picknickplaats gestopt om te ontbijten met de broodjes kalkoenfilet en jus d‘orange. De route werd vervolgd over Highway 178 langs Lake Isabella. Daar zijn we even gestopt om wat foto’s te maken. Daarna zijn we via Highway 155 richting Glenville verder gegaan. Op de kaart leek dit een kortere route maar het bleek een bergpas te zijn, zeer stijl en zeer bochtig, door de Greenhorn Mountains. Na ruim een uur bochten te hebben gedraaid nemen we even voor half één Highway 65 richting Porterville. Hier konden we weer met een vaartje van 60 mph (ongeveer 100 km/u) doorrijden, alhoewel we af en toe wel vaart moesten minderen vanwege overstekende eekhoorns.
Om kwart voor een waren we in Porterville. Een temperatuursaanduiding gaf aan dat het 83° F was, ruim 28° C. Vanaf Porterville kwamen we langs veel fruitplantages. Even voor twee uur kwamen we dan eindelijk aan in Sequoia National Park. Aangezien het weer een bochtige weg vol haarspeldbochten zou gaan worden en ik nog draaierig was van vanmorgen, heeft Jeroen het stuur toen overgenomen. Door het park loopt een hoofdweg: de Generals Highway. Daar kwamen we Tunnel Rock tegen. Hier liep de doorgaande weg vroeger onderdoor maar de weg is er nu omheen gelegd. Na drie kwartier konden we niet verder vanwege wegwerkzaamheden.

We moesten 15 minuten in de warmte wachten maar we hebben zo wel de mogelijkheid gekregen om Moro Rock te fotograferen. Vervolgens kwamen we bij het Giant Forest. Hier staan de beroemde Sequoiabomen met als beroemdste boom de General Sherman Tree. Deze boom is de grootste boom (ruim 82 meter hoog met een doorsnee van ruim 11 meter) ter wereld en is ongeveer 2300 jaar oud. Dit zie je uiteraard niet goed op een foto maar doordat we foto’s hebben genomen met ons ernaast, komt de grootte wel een beetje over.

Tijdens een korte wandeling tussen deze giganten zagen we nog een hert bij een boom liggen. Daarna zijn we naar een picknickplaats gereden. Daar stond een waarschuwingsbord voor beren. Helaas is het bij dit bord gebleven en hebben we, ondanks ons gespeur, geen levende exemplaren gezien. Rond 6 uur waren we bij de uitgang van het park en zijn we via Highway 180 naar Fresno gereden. Met een kortingscoupon zijn we naar de Ambassador Inn gegaan en hebben daar een kamer geboekt. Het motel zit tussen de McDonalds en Kentucky Fried Chicken. In eerste instantie gingen we naar de KFC maar na daar een paar minuten te hebben gestaan, werden we nog niet geholpen en dus zijn we toen maar naar de Mac gegaan. Na het ‘diner’ zijn we naar onze, naar schoonmaakmiddel ruikende, kamer gegaan en hebben daar de foto’s van vandaag bekeken en uitgezocht en het verslag gemaakt.

Fresno - Oakdale

Gereden: 215 mijlen / 344 kilometer (Jeroen)

Kaart met het begin- en eindpunt van deze dag:

Vanmorgen zijn we te laat naar onze zin gestart. Pas om kwart over negen reden we weg bij de Ambassador Inn in Fresno, op weg naar Yosemite National Park. Dit zal het laatste nationale park zijn dat we zullen bezoeken deze vakantie. Op weg naar het park wilden we nog wel lunch en drank scoren bij een supermarkt. Dat viel zowaar nog niet mee. We gingen nog in Fresno de grote weg af en reden een grote parkeerplaats op waar omheen allerlei winkels lagen. Er was echt van alles, maar geen supermarkt. Daarom zijn we doorgereden via een heuvelachtig landschap - met geel gras en bomen - naar Oakhurst. Hier vonden we gelukkig direct een supermarkt en waren de boodschappen zo gedaan. Hoe dichter we bij het park kwamen, hoe heuvelachtiger en beboster het werd. Om even over elf kwamen we aan bij de ingang aan de zuidkant van Yosemite NP. Daar zijn we gelijk rechtsaf geslagen richting Mariposa Grove. Hier staan, net als gisteren in Sequoia NP, een aantal zeer grote sequoia bomen. In Sequoia NP hebben ze de grootste, hier in Yosemite de oudste. Tsja, ieder park moet toch z’n eigen topper hebben.
We hebben een korte maar steile wandeling gemaakt naar die oudste sequoia, de Grizzly Giant, en naar de California Tunnel Tree. Die laatste heeft aan de onderkant een uitgehakte tunnel waar je doorheen kan lopen. Ook lag er nog een 300 jaar geleden omgevallen sequoia. De stam van die sequoia lag er trouwens nog prima bij. Na het sequoia geweld zijn we via de Wawona Road noordelijk het park ingereden. Onderweg zagen we nog twee vosjes langs de kant van de weg lopen. Helaas waren ze te snel weer gevlucht om ze vast te kunnen leggen. Ook zien we regelmatig een fel blauw vogeltje vliegen, maar ook die is ons altijd te snel af. Vandaag ook helaas wederom jammer genoeg tot ons verdriet geen beren gezien.


Vlak voor Yosemite Village hebben we een afslag genomen naar uitkijkpunt Glacier Point. Hier heb je aan het eind van deze 16 mijl lange slingerweg een aantal goede uitkijkpunten over Yosemite. Vanaf die uitkijkpunten zie je de verschillende highlights van het park, zoals de Half Dome, de Yosemite Valley, de Tioga Road en diverse watervallen. Na de nodige foto’s en een snelle lunch zijn we deze weg weer teruggereden naar de Wanona Road. Die vervolgden we weer noordelijk richting Yosemite Village. Onderweg nog bij enkele view points gestopt en een wandeling gemaakt naar de Bridalveil waterval. Verder richting Yosemite Village doemde ineens de imposante rots El Capitan op. Dit is een 900 meter hoog brok graniet met recht omhoog tornende wanden.


Eigenlijk wilden we daarna de Tioga Road (van west naar oost Yosemite park) rijden. Maar omdat het toen al half vijf was en het een zeer lange, slingerende weg is hebben we besloten om bij de westkant het park te verlaten om een overnachtingsplaats te gaan zoeken en morgen de Tioga Road te gaan rijden. Het vinden van een betaalbare overnachtingsplaats viel nog niet mee. Aan de zuidkant zagen we in enkele dorpen voor de ingang verschillende bekende motels liggen, maar hier aan de westkant zijn die er niet en degene die we tegen kwamen waren óf te duur óf te bouwvallig. Daarom zijn we via een bergpas doorgereden naar Oakdale (helaas voor Ingrid niet het Oakdale van As The World Turns...). Hier waren we om 19 uur en bleek het nog 25° C te zijn. Hier zagen we wel diverse bekende motelketens en besloten we bij de Best Western een kamer te boeken. Na het inchecken zijn we alvast voor morgen boodschappen gaan doen bij een in de buurt gelegen supermarkt en hebben we wat te eten gehaald bij een Taco tent (want die lag weer het dichtst bij het motel). Vervolgens weer de foto’s van vandaag bekeken en voor de verandering een keer samen het verslag gemaakt. Daarna vroeg naar bed want morgen willen we vroeg weer in Yosemite zijn omdat het zaterdag is en dus druk zal worden.

  reisverslagen en meer
Free Joomla! templates by Engine Templates